Beginnende randonneur
Als je 100km kunt fietsen dan kun je ook een brevet van 200km aan. Als je 200km kunt fietsen dan kun je ook 300km fietsen. Down the rabbit hole you go...
Training
Hele boeken zijn volgeschreven over (gestructureerd) trainen en de auteurs zijn het lang niet altijd eens... Ongeacht of / hoe je gestructureerd traint, voor het rijden van brevetten loont het (op te bouwen tot) rijden van rondjes om de kerk van zo'n vier uur op randonneurssnelheid. Wat randonneurssnelheid is wisselt natuurlijk sterk per persoon maar bedenk dat je met een kruissnelheid van ergens tussen de 20-25 km/u ruim binnen de tijdslimiet zult binnenkomen, ook als je onderweg stopt voor koffie met appeltaart etc.
Het voordeel van de langere ritten op lager tempo is niet alleen de fysieke training, maar (vooral) ook dat je mentaal ervaart wat het is om uren onderweg te zijn. Daarnaast geeft het je de gelegenheid uit te vinden op welk eten je lekker rijdt (mini krentebollen? mueslirepen? een banaantje?) en of/hoe je de afstelling van je fiets wilt tweaken qua positie van je zadel (wellicht iets naar achteren/lager?) en je stuur. Plus dat tot op zekere hoogte zadelpijn voorkomen een kwestie van zitvlees kweken is, wat niks met afstand of snelheid maar alles met duur te maken heeft.
Materiaal
Je komt de meest uiteenlopende fietsen tegen bij brevetten, van Bromptons tot velomobielen en alles daartussen. Belangrijkste, als je keuze hebt, pak de fiets waar je het meest comfortabel op fietst. Voor een 200km brevet in najaar en winter is verlichting een must-have, kies een koplamp die is afgeschermd (geen MTB geval die ook de boomtoppen verlicht) en een achterlicht met een constante mode want knipperlicht is zwaar irritant voor degene die achter je rijdt.
Weinig fietsers hebben een brevet niet succesvol afgesloten omdat ze teveel bagage bij zich hadden. Velen daarentegen moesten opgeven omdat ze juist niet de goede kleding bij zich hadden voor de weersomstandigheden of een "simpel" akkefietje niet konden oplossen.
Twee reserve binnenbanden en een setje plakkers plus bandenlichters is aan te raden. En CO2 patronen zijn snel, maar een fietspomp raakt nooit leeg... Rol een metertje duct tape om je fietspomp, het wil wel eens van pas komen!
Een regenjackje meenemen is misschien nog wel een grotere aanrader. Niet alleen om je droog en vooral warm te houden bij een hoosbui of aanhoudende motregen maar ook als je noodgedwongen (lekke band bijv.) stil staat is het een goed idee meteen iets extra's aan te trekken om niet teveel af te koelen.
IJskoude handen en/of voeten hebben werkt erg demotiverend; overschoenen, lichte (full-finger) handschoenen en een buff kosten weinig ruimte en kunnen, al dan niet in combinatie met je regenjack, je comfort aanmerkelijk verhogen als het weer tegen zit of als je het door vermoeidheid koud krijgt.
Tot slot, de route is niet gepijld, je krijgt een summiere routebeschrijving en een GPX bestand dus in de praktijjk heb je een GPS nodig (Garmin Edge serie en Wahoo zijn populair) die je op je stuur kunt monteren. Neem ook een extra powerbank mee met kabeltjes voor je GPS (en evt. je telefoon). Bijladen doe je het beste als je aan de koffie zit en niet tijdens het rijden want uiteindelijk zullen trillingen en schokken de USB connector van je GPS slopen.
Voeding
Vergeet "minimaal 90 gram koolhydraten per uur"; je inspanning / snelheid is, als het goed is, te laag dat je dit nodig hebt.
Geen dingen eten die je niet gewend bent op de fiets. Als je een dag tot langer op de fiets zit, is ook 'normaal' eten belangrijk. Vooral goed naar je lichaam luisteren. En gewoon rustig blijven eten. Zeker bij langere tochten op lage hartslag heb je uiteindelijk ook eiwitten en vetten nodig.
Als je veel drinkt (van nature of omdat het 🥵🥵 heet is) kan toevoegen van elektrolyten ("zouttabletten") aan je water helpen om kramp te voorkomen.
Onderweg
Afhankelijk van je fiets verleden, rustig starten. Hou je snelheid iets lager dan je gewend bent. Rij je nooit 32, ga dan het eerste uur niet achter de snelle mannen aan. Er rijdt altijd wel iemand op jouw tempo en alles wat je over je grenzen heen bent gegaan, herstel je bijna niet meer. Ga je voor de beleving en wil je ook nog langere tochten gaan rijden, zoek wat ervaren randonneurs op en leer van ervaringen.
Aanhaken bij een groep(je) is nooit een probleem, afhaken omdat je even een tijdje op jezelf wilt rijden ook niet! Mocht je op kop rijden (doe het met mate), doe dan rustig bij bochten / oversteken / etc. om de groep bij elkaar te houden zonder dat de mensen achter je zich in het rood moeten rijden. Daar heb je zelf straks zelf ook weer profijt van.
Mentaal gezien helpt het vaak om niet verder te kijken dan de volgende controlepost. In 99% van de gevallen ligt die dichterbij dan wat je tijdens je trainingsrondje om de kerk rijdt, dus dat is easy-peasy, toch?
Gaat het toch niet lekker en wil je opgeven? Stop ergens om te gaan zitten en wat te eten en te drinken. Hak daarna pas de knoop door. Je bent niet de eerste en zult niet de laatste zijn en zolang je maar het doorgeeft aan de organisator (06 nummer staat op je brevetkaart) zodat hij/zij niet voor niks tot laat blijft wachten is er niks aan de hand.