Anmelden oder registrieren

Um sich online für ein Brevet anzumelden, müssen Sie sich zunächst auf der Website registrieren.

angemeldet bleiben (auf maximal einem Gerät)

Wir senden Ihnen einen Link zum Erstellen eines Kontos an die von Ihnen angegebene E-Mail-Adresse. Dieser Link ist eine Stunde lang gültig. Überprüfen Sie auch Ihren Spam-Ordner und/oder setzen Sie E-Mails von *@randonneurs.nl auf die Whitelist.

Wir senden Ihnen einen Link zum Zurücksetzen Ihres Passworts an die von Ihnen angegebene E-Mail-Adresse. Dieser Link ist eine Stunde lang gültig. Überprüfen Sie auch Ihren Spam-Ordner und/oder setzen Sie E-Mails von *@randonneurs.nl auf die Whitelist.


Alternative: Verwenden Sie Strava um sich anzumelden.

connect with strava

Der Rando-Blog

Ankündigungen, Berichte und andere Gedanken aus der Welt des Randonneuring.

Eerste keer nachtfietsen, hoe pak je dat aan?

Geschrieben von Lennert Goemans am 5 Oktober 2025

Het lijkt wel of alle randonneurs al tientallen jaren tochten maken van honderden kilometers, door dag en nacht. Maar eens is de eerste keer dat je in de nacht gaat fietsen, hoe pak je dat dan aan? En is het voor herhaling vatbaar? 

Op 8 augustus fietste ik de Heuvelland tocht. Start in Wemeldinge, via Antwerpen en Gent richting de Frans-Belgische grens en 400 km later via Brugge en Breskens terug op Zuid-Bevelandse bodem. Start om 21:00, finish uiterlijk 27 uur later. 

Ik fietste mee omdat het me een heel mooie tocht leek, door een deel van België waar ik niet vaak kom. Brugge? Prachtige stad maar nog nooit geweest. Het was in de zomer dus lang licht én hopelijk mooi weer. Tot slot leek het me uitdagend om in de nacht te fietsen, dat had ik immers nog nooit gedaan.

Uitdagingen: drinken, veiligheid en concentratie

Toen ik me had ingeschreven leken me drie dingen uitdagend. Ten eerste hoe je aan water komt als er geen winkels open zijn en in een land rijdt waar openbare waterspots zeldzamer zijn dan in Nederland. Ook heb ik wel even nagedacht of ik alleen of in een groepje wilde fietsen en tot slot hoe je voorkomt dat je op de fiets in slaap valt. Hoe behoud je je concentratie?

Voor de concentratie had ik vlak voor de start een cafeïnepil genomen. Of het door de pil kwam of doordat mijn concentratie door de inspanning continue goed bleek weet ik niet. In ieder geval: ik heb geen enkel moment last gehad van concentratieverlies. Die uitdaging bleek in de praktijk dus reuze mee te vallen. 

Van te voren las ik dat wordt afgeraden om in de nacht solo te rijden. Ik had me daarom voorgenomen te zien of er andere rijders waren waar ik me bij aan kon sluiten. Dit bleek het geval. De eerste 150km heb ik in het gezelschap gereden van een heel snelle jongen uit Zoeterwoude, een zeer ervaren randonneur uit het oosten van het land en twee Vlaamse randonneurs. We hadden een heel lekker tempo te pakken dus de eerste uren vlogen voorbij. Ook is een beetje aanspraak wel zo gezellig. Toch besloot ik na 150km alleen verder te rijden. Het tempo lag me iets te hoog. Steeds bochten aansnijden alsof het licht is vond ik niet veilig genoeg. Ook was het intussen best fris geworden. Dus even gestopt om beenstukken aan te trekken en het groepje te laten rijden. De laatste 250km dus solo gereden en ik voelde me daar prima bij. Overigens waren de Vlaamse mannen nooit ver weg, ben hen onderweg meermaals tegengekomen. En de ervaren randonneur zag ik weer op de veerpont vanuit Breskens. Dus echt alleen ben je nooit. 

Water vormde wel een uitdaging. Zonder camelbag en met "slechts" twee 1L bidons had ik vooraf berekend dat ik ongeveer elke twee uur even zou moeten stoppen om water bij te vullen. Via google maps en openbare data van watertappunten had ik wel een paar punten gevonden maar dit bleek volstrekt onvoldoende. Daarom had ik vooraf een paar plekken opgeschreven waar wellicht een kraantje te vinden zou kunnen zijn, zoals kerken en begraafplaatsen. In praktijk heb ik inderdaad bij één kerk kunnen bijvullen en daarnaast bij een watertappunt langs de schelde in Antwerpen. De derde keer bijvullen was al weer in Nederland bij de veerpont in Vlissingen.

Drie keer bijvullen betekent dus 8L water op een tocht van 400km. Normaal gesproken drink ik bijna het dubbele. Mijn grootste uitdaging bleek niet concentratie, veiligheid of water; wat me erg tegenviel was het kúnnen eten en drinken. Kwam dit omdat mijn spijsverteringsstelsel niet gewend is in de nacht te moeten werken? Of kwam dit doordat ik zakjes Maurten had meegenomen in plaats van isostar dat ik meestal heb? Ik denk zelf het eerste. Anyway: eten en drinken ging moeizaam en dat heb ik de dagen erna nog wel gemerkt. Hoewel ik helemaal niet intensief reed (gemiddelde hartslag 128bpm en gemiddeld/nominaal vermogen 178W/183W) en dergelijke afstand al eerder en intensiever reed, had ik behoorlijk spierpijn de dagen erna. Ik berekende dat ik ongeveer 3.500 calorieën heb ingenomen die nacht en er maar liefst 8.500 verbrand heb. Ik ben wel benieuwd of andere randonneurs het moeizame eten en drinken in de nacht herkennen en wat zij daar aan doen. 

Conclusie, is nachtrijden leuk?

Ik vond het in de nacht rijden heel tof, het gaf een serene rust die je overdag niet ervaart. Het moment dat het rond 5:30 weer licht werd vond ik ook erg magisch en zeker voor herhaling vatbaar. Ook de route was heel mooi. Het ging continue langs kanalen en rivieren. Maar het niet kunnen eten en daardoor behoorlijk moe de dagen erna viel me wel een beetje tegen. Toch ga ik het zeker nog een keer proberen, tot de volgende!

Lennert Goemans

 BRM Heuvelland | Fietsrit | Strava


Verslag "De Eilanden"

Geschrieben von Jaap Bouman am 12 September 2025

"It always seems impossible, until it is done" - Nelson Mandela
Ja, het was spannend voor mij, of ik -na de mislukte pogingen in 2024- de 300 km non-stop deze keer zou kunnen halen, en wel binnen de limiettijd van 20 uur. In tegenstelling tot mijn 88 jarige vrouw, zij is vijf jaar ouder dan ik ben, bazuin ik het al ver voor de start rond. Zij nam stiekem autorijlessen in Amsterdam en maakte mij pas deelgenoot toen zij me haar rijbewijs kon tonen!
De voorbereiding.
's Winters train ik gewoon door, want op mijn leeftijd bouw je je conditie veel langzamer op dan op jongere leeftijd; cfonditie komt te voet en gaat te paard, evenals vertrouwen. Ik doe een keer per week intervaltraining,een maal per week duurtraining en een keer per week krachttraining. En zes weken voor de tocht verdubbel ik dat tot een week voor de start. Die laatste week rijd ik dagelijks een rustig rondje van een uur om mijn niveau vast te houden.
Ook rust op het thuisfront is belangrijk. Zo kwam onze dochter Erna uit Castricum naar Goes om mijn (over)bezorgde vrouw afleiding en gezelligheid te bieden. De grote voordelen van blijven randonneren vind ik niet alleen de lichamelijke conditie op peil houden, maar vooral óók de mentale veerkracht. Het geleidelijk toenemen van mijn mantelzorgtaken, kan ik daardoor goed aan.
De route laad ik nog steeds op mijn oude GPS Garmin Etrex Legend met verborgen kaart: dat vind ik een veel rustiger beeld op mijn scherm geven dan een wirwar aan lijnen van wegen en landbouwgronden. Dankzij een programmaatje van Jan van Osch kan ik de onderverdeelde tracks tot 500 punten reduceren.
Vóór de tocht.
Vrijdagmiddag kwam Roef nog even langs: die was met zijn velomobiel uit Oss komen rijden. Wat is dat toch een bikkel, want met de 300 was ie om 21.30 uur al binnen en reed de volgende dag weer vrolijk terug naar Oss (140 km). 's Ochtends reden Roef en ik samen naar de start in Wemeldinge. Tijdens de koffie zag ik plotseling mijn vriend Wijnand uit Goes. Hij was een dag of tien eerder plat achterover op zijn rug gevallen en had daarbij een rugwervel gebroken. Ondanks de pijn en bewegings-beperking wilde hij me komen aanmoedigen bij de start. Nu moest ik hem wel uitrijden om hem niet teleur te stellen!
De tocht.
Om 8 a.m. waren er 44 deelnemers aan de start: een opsteker voor de organisatoren Robert Lammerts en Hein Peeters en vóórrijder René die een week tevoren de route op obstakels had gecontroleerd. Na een paar kilometer zag ik de meeste deelnemers al in de verte verdwijnen, want die rijden 27 km/u of meer, terwijl mijn kruissnelheid 22 km/u is. Maar met enkele minder snelle rijders is het regelmatig "stuivertje wisselen" en zien we elkaar weer bij de controlepunten (o.a. Hans Westheim).
Bij de eerste controle, bij het buitendijkse restaurant De Landing (1944) te Baarland, had ik al bijna een uur reservetijd opgebouwd en in Westkapelle bij De Westkaap (vuurtorentje) was dat al een uur en tien minuten binnen de limiettijd. Dat gaf mij een geruststellend gevoel, want met de Noorden wind ('s morgens een kind, 's middags een man, 's avonds heb je er niks meer an) en die was 's middags 4 Beaufort reed ik op de Brouwersdam en Haringvlietsluizen nog maar 17 of 19 km/uur. En ook dat is nog 2 of 4 kilometer boven de minimum snelheid van 15 km/uur. Bovendien hoef ik geen sanitaire stops te houden, want met mijn onvolprezen condoomcatheter hoef ik alleen maar het daarop aangesloten slangetje "buitenboord" te houden en "klaar is Kees". Dat scheelt volgens mij op zo'n tocht minimaal een uur aan plaspauzes, want op mijn leeftijd krijg je sneller aandrang en kan je het moeilijker ophouden.
In Westkapelle reed ik door een oneffenheid en ging mijn ene metertje plotseling de dubbele snelheid aangeven nl. 40 km/u terwijl mijn tweede meter, met hartslag en trapfrequentie, gewoon 20 km/u aangaf! Na het stoppen voor de controle bij Rockanje leek het metertje weer normaal te doen, maar later ging die opnieuw rare bokkensprongen maken.
Over bokkensprongen gesproken: in Afrika zeggen ze gekscherend dat het verschil tussen een schaap en een geit/bok is: een bok springt op het laatste moment wég van voor je auto en een schaap op het laatste moment ervóór! Op de Brielse Dam ging, na een alarm bèèh van een lam, het moederschaap vlak voor mij meehollen. Maar gelukkig sprong ze niet voor mijn wiel! In de buurt van Moerdijk heb ik ook nog een wildspringende ree en ook nog een snelle wezel gezien. Leuk!
Wat was ik trouwens blij verrast toen ik voorbij Oostvoorne Oostwaarts ging rijden op de Brielse Dam en een stevige N.W. wind schuin achter kreeg. Prompt reed ik 27 km/u zodat ik bij de Moerdijkbrug (217 km) al 2.40 uur reservetijd had opgebouwd. Dat gaf een heel geruststellend gevoel, want ik weet uit ervaring dat ik bij het in 't donker rijden veel tijd verlies. Bij de finish had ik nog 1.35 uur over.
In Ossendrecht heb ik Hein Peeters gebeld over de plaats van melden omdat hotel Smits na middernacht gesloten is. Ik mocht een SMS-je sturen bij de finish. Ik heb de verleiding weerstaan om regelrecht naar mijn huis in Goes te rijden! Wel ben ik bij Oostdijk van de route afgeweken want ik heb angst om zaterdagnacht over Yerseke te rijden. In deze regio zijn Yersekenaren berucht om dronken achter het stuur te zitten, met dodelijke ongelukken als gevolg. En veiligheid gaat bij mij voor alles.
Tussen Rilland en Krabbendijke ligt een vervelend smal fietspad zonder reflectiestrepen. Op de ligfiets is je spoorbreedte sowieso wat breder en in combinatie met vermoeidheid en trager reageren wordt het nog breder. Daarom heb ik bij het begin van dat fietspad even gerust en een boterham gegeten. Toen bleek hoe dicht ik bij mijn maximale vermoeidheid zat, want plotseling moest ik kokhalzen. Gelukkig kon ik de vloeibaar geworden broodprop wél doorslikken! Sportdrank met toegevoegde niet-zoete Fantomalt ging wel goed naar binnen.
Van mijn dubbelzien (met twee uiteenlopende lijnen) heb ik weinig last gehad, dankzij mijn extra hoofdsteun, waardoor ik recht vooruit kijk en niet schuin naar beneden.
Na de tocht.
Toen ik om kwart over drie thuis was in Goes, heb ik me nog even "schoon aan de haak" gewogen: 70 kg, terwijl ik vóór de tocht 69 kg woog. Ik had het gevoel dat ik niet genoeg gedronken had (plusminus 3,5 liter in totaal) en ik was verbaasd dat er dan al zoveel oedeem rond je spiercellen in je (boven)benen is gaan zitten dat ik dus 1 kilo extra woog. Na vier uurtjes slapen zat ik om 10 a.m. die zondag met mijn vrouw in de kerk om mijn dankbaarheid uit te zingen voor het goed en veilig uitrijden van deze tocht. Maar 's middags heb ik wel een middagdut van tweeënhalf uur gedaan!
De cijfertjes.
Voor de getals-freaken onder jullie:
controlepunt 1 na 21 km : reistijd 1.00 uur, reserve 1.06 u?(volgens de papieren routebeschrijving)
controlepunt 2 na 73 km : reistijd 3.40 uur, reserve 1.12 uur
controlepunt 3 na 147 km: reistijd 8.00 uur, reserve 1.48 uur
controlepunt 4 na 220 km: reistijd 12.30uur, reserve 2.40 uur
controlepunt 5 na 270 km: reistijd 15.50 uur, reserve 2.10 uur
finish 6 na 304 km: reistijd 18.25 uur, reserve 1.35 uur met een rijtijd van 15.52 uur en heb ik dus 2.33 uur stil gestaan.
Gemiddelde hartslag 86 bpm, maximale hartslag 123 bpm.
Gemiddelde trapfrequentie 82 rpm, maximaal 104 rpm.
Overall-gevoel.
Blij, trots en dankbaar, dus dat wordt nog lang nagenieten!